Als een zweefvliegtuig op wil stijgen maakt hij ofwel gebruik van een sleepvliegtuig ofwel van een lier. Het meest gebruikt is een lier. Een lier is een lange kabel van zo'n 1-2 km lang. Deze is aan het vliegtuig bevestigt een wordt met een snelheid van ongveer 120 kilometer per uur opgerold. Hierdoor krijgt het vliegtuig snelheid en kan het opstijgen omdat de vleugels "lift" krijgen. Lift is hoge luchtdruk onder de vleugel en lage luchtdruk boven de vleugel. Hierdoor worden de vleugels van het vliegtuig als het ware omhoog "gezogen". Als de maximale lierhoogte is bereikt maakt de vlieger de kabel los van het vliegtuig waardoor hij zelf vrijuit door kan vliegen en hoogt kan winnen in thermiekbellen of opstijgende wind van duinwanden. Als je een nog gedetailleerdere uitleg wil van hoe een vliegtuig nou eigenlijk vliegt, dan raad ik je aan om dit filmpje even te bekijken. Let op, het filmpje is engelstalig ingesproken.
Thermiek is opstijgende warme lucht, die opstijgt omdat het aardoppervlak opwarmt door de zon. Doordat deze warme "thermiek" meer stijgt dan dat het zweefvliegtuig daalt, kan een zweefvlieger met behulp van deze thermiek hoogte proberen te winnen door te gaan draaien in zo'n thermiekbel. Thermiekbellen gaan soms tot wel 2 kilometer hoogte. Hierdoor kun je erg grote afstanden overbruggen omdat een zweefvliegtuig relatief weinig hoogte verliest ten opzichte van de afgelegde afstand.